News detail

Op papier tonen de mannen van Dragons dit seizoen twee gezichten: 15 op 39 en een achtste plaats op de rangschikking voor de winterstop, 21 op 21 én een opmars naar de tweede plek na de competitiepauze. “Dat valt te relativeren”, aldus coach Dave Smolenaars. “Het eerste deel van de competitie was niet zó slecht en nu is het misschien niet zo goed als sommigen denken.”

Dat het bij Dragons voor de winterstop minder liep heeft alvast een voor de hand liggende reden: blessures en afwezigheden brachten het team niet op het gewenste niveau. “Na vier matchen verloren we Thomas Crols, na vijf matchen Timothy Luyten én we waren onze Argentijnen Nicolas Della Torre en Lucas Martinez ook nog eens drie wedstrijden kwijt. Dat zijn vier jongens van de ‘eerste veertien’: dat is moeilijk op te vangen”, aldus Smolenaars. “Toch presteerden we niet zo slecht. Akkoord: thuis verliezen van Daring (0-1) en 5-5-spelen op Victory mag niet. Vooral in die laatste wedstrijd kwam alles van het eerste deel van de competitie een beetje naar boven.”

Tijdens de winterpauze heb ik aanvankelijk wat afstand genomen en in januari sprak ik met kapitein Robbert Rubens af in Antwerpen. Bij een koffie hebben we toen ‘waardevol gekletst’.”

Perfect rapport na de winterstop

Na de winterstop kon Smolenaars weer rekenen op een zo goed als volledige kern én werden er enkele tactische aanpassingen uitgevoerd. “We hebben wat veranderd qua positionering en zorgden voor meer snelheid en power voorin. Om de kerngroep meer te laten spelen, ben ik ook minder gaan wisselen.”

Het waren elementen die zorgden voor een perfect rapport sedert de herstart van de competitie op 3 maart. “Natuurlijk is er een wezenlijk verschil tussen deel één en deel twee van de competitie, maar die 21 op 21 valt ook te relativeren”, zegt Smolenaars. “Tegen Léopold en Gantoise waren we zeer efficiënt, tegen Braxgata wonnen we op de valreep na een 1-3-achterstand en afgelopen zondag tegen Watducks begonnen we zeer goed aan de wedstrijd, maar kwamen we in de tweede helft bij wijze van spreken niet meer over de middellijn. Natuurlijk waren we blij met de drie punten, maar het geleverde spel kon beter.”

Trainer zijn van een clubteam tijdens een olympisch jaar is dikwijls niet evident. “Hier missen we tijdens de trainingen alleen Felix Denayer en Loic Van Doren: dat valt hartstikke mee”, zegt Smolenaars. “Toen ik tijdens het seizoen 2011-2012 trainer was van Bloemendaal miste ik wel acht spelers. De trainingen zijn hier nog steeds zeer kwalitatief.”

Kapitein Rubens: “Op goede momenten, zegt hij de juiste dingen”

Bijkomend voordeel: kapitein Robbert Rubens, die bewust niet voor een internationale carrière koos, is op alle trainingen aanwezig. “Robbert is rustig van karakter. Op de goede momenten zegt hij de juiste dingen”, aldus Smolenaars. “Die jongen heeft het talent om in de nationale ploeg te spelen, maar maakte zelf andere keuzes. Ach, kwaliteit is hier genoeg. Al die jongens die recent bij de nationale ploeg U21 speelden kunnen een pakje hockeyen, Henri Raes is een voortreffelijke aanvalsleider en Conor Harte organiseert onze solide verdediging.”

Smolenaars kwam in september in een voor hem nieuwe competitie terecht. Hij is wat blij om T2 Michael Cosma naast zich te hebben. “Michael is enorm belangrijk. Toen ik hier kwam, kende ik uiteraard de gemiddelde clubspeler in België niet, maar Michael kent iedereen. Hij is zeer allround en heeft alles in zijn gereedschapskist om dit soort job zelf te doen.”

Richting play-offs en misschien EHL

In ieder geval: Smolenaars beseft dat Dragons het play-offticket nu niet meer mag laten liggen. Zondag thuis winnen van Victory is genoeg. “En tegen Victory hebben we nog wat recht te zetten”, glimlacht Smolenaars. “Eenmaal in de play-offs – de concurrentie zal keihard zijn – spelen we die vanzelfsprekend om te winnen.”

In de play-offs kan een EHL-ticket afgedwongen worden. Het Europese hockey werd dit seizoen gemist in Brasschaat. “Voor ik hier belandde kende ik Dragons vooral van hun EHL-verleden en hun stevige supportersgroep”, aldus Smolenaars. “Europees hockey zou mooi zijn voor onze jongens tussen 20 en 23 jaar. Zij hebben dat nog niet meegemaakt. Als ervaring kan de EHL tellen.”

Volgend seizoen staat Smolenaars in principe opnieuw voor de spelersgroep. Hij tekende immers een contract voor twee jaar. Rekent hij op versterking ? “Dag mag altijd”, zegt hij. “Tijdens deel één van de competitie zag je dat de groep te smal was. Versterking is niet alleen goed om de afwezigheid van spelers met buitenlandse verplichtingen op te vangen, maar ook om de onderlinge concurrentie aan te wakkeren.”

Carrière als speler en trainer

Als speler en als trainer doorzwom de 53-jarige Smolenaars heel wat hockeywatertjes. Vanaf 16-jarige leeftijd verdedigde hij de kleuren van Bloemendaal. Met dat team werd hij einde jaren ’80, begin jaren ’90 zes keer landskampioen. Voor Oranje veroverde hij 22 caps en speelde hij de Champions Trophy 1993 in Maleisië en 1994 in Pakistan. “Neen, een WK of een EK heb ik niet op mijn palmares. Wat er ontbrak ? Snelheid”, lacht Smolenaars. “En in mijn lichting waren er enorme goede hockeyers, genre Jeroen Delmée. Ik was nét niet goed genoeg, maar kan wel terugblikken op vele mooie momenten.”

Zijn trainerschap begon Smolenaars in 2005. Dat bracht hem onder meer bij SCHC, Bloemendaal, Kampong, Schaerweijde, Gooische en Rotterdam. Daarnaast coachte hij tal van Nederlandse nationale jeugdploegen. Onder zijn hoede werden de meisjes U21 van Oranje zowel in 2022 als in 2023 wereldkampioen. “Intussen coach ik Jong Oranje niet meer”, zegt Smolenaars. “In combinatie met Dragons was dat te heftig. Het geeft veel voldoening om goud te veroveren met speelsters die voor het eerst een toernooi op mondiaal niveau afwerken.”

Smolenaars vindt het verrijkend om nu in België aan de slag te zijn. “Het blijft hockey, maar de spelstijl is wel anders dan in Nederland”, zegt hij. “Het grootste verschil tussen de Nederlandse en de Belgische competitie ? In Nederland verzamelen de spelers en speelsters na de wedstrijd in het clubhuis en wordt er samen met de tegenstander nagekaart. Hier gebeurt dat veel minder, al snel zitten de teams terug apart. Vreemd, want in hockey kent iedereen toch iedereen ?”
Werner Thys

- - -

Coach Dave Smolenaars : "Je connaissais le Dragons surtout de l'EHL, ce serait bien de revivre cela".

Sur le papier, le Dragons présente deux visages cette saison : 15 sur 39 et une huitième place avant la trêve hivernale, 21 sur 21 ET une progression à la deuxième place après la trêve. "On peut relativiser tout cela", déclare Dave Smolenaars, le coach de l'équipe. "La première partie du championnat n'était pas si mauvaise que ça et la situation actuelle n'est peut-être pas aussi bonne que certains le pensent."

Il y a une raison évidente pour laquelle les choses n'allaient pas aussi bien pour le Dragons avant la trêve hivernale : les blessures et les absences n'ont pas permis à l'équipe d'atteindre le niveau souhaité. "Après quatre matches, nous avons perdu Thomas Crols, après cinq matches Timothy Luyten et nous avons également dû nous passer de nos Argentins Nicolas Della Torre et Lucas Martinez pour trois matches. Il s'agit donc de quatre joueurs des "quatorze premiers" : c'est difficile à absorber", déclare Smolenaars. "Mais nous n'avons pas été si mauvais que cela. Je vous l'accorde : perdre à domicile contre le Daring (0-1) et jouer 5-5 au Victory n'est pas permis. C'est surtout dans ce dernier match que tout ce qui s'est passé pendant la première partie du championnat s'est manifesté."

"Pendant la trêve hivernale, j'ai d'abord pris un peu de distance et en janvier, j'ai rencontré Robbert Rubens à Anvers, le capitaine. Autour d'un café, nous avons ensuite 'bavardé dignement'".

Un bulletin parfait après la trêve hivernale

Après la trêve hivernale, Smolenaars a pu à nouveau compter sur un noyau presque complet et quelques ajustements tactiques ont été effectués. "Nous avons fait quelques changements en termes de positionnement et nous avons apporté plus de vitesse et de puissance à l'avant. Pour permettre au groupe principal de jouer davantage, j'ai également procédé à moins de remplacements de joueurs."

Autant d'éléments qui ont permis d'établir un bulletin parfait depuis la reprise du championnat le 3 mars. "Bien sûr, il y a une différence substantielle entre la première et la deuxième partie du championnat, mais ce 21 sur 21 doit aussi être relativisé", déclare Smolenaars. "Contre le Léopold et la Gantoise, nous avons été très efficaces, contre le Braxgata, nous avons gagné à la dernière minute après un déficit de 1-3 et dimanche dernier, contre le Watducks, nous avons très bien commencé le match, mais en deuxième mi-temps, nous n'avons même pas réussi à franchir la ligne médiane, pour ainsi dire. Bien sûr, nous sommes satisfaits des trois points, mais le match livré aurait pu être meilleur."

Être entraîneur d'une équipe de club pendant une année olympique n'est souvent pas évident. "Ici, seuls Felix Denayer et Loic Van Doren manquent à l'appel lors des séances d'entraînement, ce qui n'est franchement pas si grave", explique Smolenaars. "Lorsque j'étais entraîneur de Bloemendaal pendant la saison 2011-2012, il me manquait jusqu'à huit joueurs. Les entraînements ici sont encore très qualitatifs."

Capitaine Rubens : “Il dit ce qu'il faut quand il faut”

Smolenaars est arrivé en septembre dans ce qui est pour lui un tout nouveau championnat. Il est donc plutôt content d'avoir à ses côtés le T2 Michael Cosma. "Michael est extrêmement important. Quand je suis arrivé ici, je ne connaissais évidemment pas le joueur de club moyen en Belgique, mais Michael connaît tout le monde. Il est très polyvalent et a tout ce qu'il faut dans sa boîte à outils pour faire ce type de travail."
Autre avantage : Robbert Rubens, le capitaine, qui a délibérément choisi de ne pas poursuivre une carrière internationale, est présent à tous les entraînements. "Robbert a un caractère calme. Il dit ce qu'il faut quand il faut", déclare Smolenaars. "Ce garçon a le talent pour jouer dans l'équipe nationale, mais il a fait d'autres choix. C'est vrai que la qualité ne manque pas ici. Tous ces gars qui ont récemment joué dans l'équipe nationale des moins de 21 ans savent jouer au hockey, Henri Raes est un leader offensif exceptionnel et Conor Harte gère notre solide défense."

En route vers les play-offs et peut-être l'EHL

Quoi qu'il en soit : Smolenaars se rend compte que le Dragons ne peut pas renoncer au ticket pour les play-offs maintenant. Il suffit d'une victoire à domicile contre le Victory ce dimanche. "Et contre le Victory, nous devons nous rattraper", sourit Smolenaars. "Une fois que nous aurons atteint les play-offs - la concurrence sera féroce - nous les jouerons évidemment pour gagner."

On peut décrocher un ticket pour l'EHL lors des play-offs. Le hockey européen a manqué à Brasschaat cette saison. "Avant d'arriver ici, je connaissais le Dragons principalement pour son passé en EHL et leur solide base de supporters", déclare Smolenaars. "Le hockey européen serait une bonne chose pour nos garçons âgés de 20 à 23 ans. Ils n'en ont pas encore fait l'expérience. L'EHL est une expérience qui vaut le coup".

La saison prochaine, Smolenaars se retrouvera en principe à nouveau face à ce groupe de joueurs. En effet, il a signé un contrat de deux ans. Compte-t-il sur des renforts ? "Tout renfort sera le bienvenu", répond-il. "Lors de la première partie du championnat, on a pu constater que le groupe était trop restreint. Les renforts ne sont pas seulement utiles pour compenser l'absence de joueurs ayant des engagements à l'étranger, mais aussi pour attiser la concurrence entre nous."

Carrière de joueur et d'entraîneur

En tant que joueur et entraîneur, Smolenaars, 53 ans, a vécu pas mal de choses au hockey. Dès l'âge de 16 ans, il a défendu les couleurs de Bloemendaal. Avec cette équipe, il a remporté le championnat national à six reprises à la fin des années 1980 et au début des années 1990. Pour Oranje, il a obtenu 22 sélections et a participé au Champions Trophy 1993 en Malaisie et 1994 au Pakistan. "Non, je n'ai pas de Coupe du monde ou de Championnat d'Europe à mon palmarès. Qu'est-ce qui manquait ? La vitesse", dit Smolenaars en riant. "Et dans mon équipe, il y avait de très bons joueurs de hockey, comme Jeroen Delmée. Je n'étais tout simplement pas assez bon, mais je garde en mémoire de nombreux moments forts."

Smolenaars a commencé sa carrière d'entraîneur en 2005. Cela l'a amené, entre autres, au SCHC, à Bloemendaal, Kampong, Schaerweijde, Gooische et Rotterdam. Il a également entraîné de nombreuses équipes nationales néerlandaises de jeunes. Sous sa direction, les filles U21 d'Oranje ont été championnes du monde en 2022 et 2023. "Aujourd'hui, je n'entraîne plus les jeunes d'Oranje", déclare Smolenaars. "Combiner les jeunes d'Oranje avec le Dragons était trop compliqué. Mais c'était très satisfaisant de remporter l'or avec des joueuses qui disputaient pour la première fois un tournoi au niveau mondial."

Smolenaars trouve enrichissant de travailler aujourd'hui en Belgique. "C'est toujours du hockey, mais le style de jeu est différent de celui des Pays-Bas", explique-t-il. "La plus grande différence entre les championnats néerlandais et belge ? Aux Pays-Bas, les joueurs et les joueuses se réunissent dans le clubhouse après le match et il y a une discussion d'après-match avec l'adversaire. Ici, cela se fait beaucoup moins, et les équipes se séparent rapidement. C'est étrange, car au hockey, tout le monde connaît tout le monde, n'est-ce pas ?"