News detail

Met een enorm jonge kern probeert Leuven-coach Ricardo Santana dit seizoen zijn dames in de ION Hockey League te houden. De Spanjaard kan alvast rekenen op Loes (18) en Mien Palfliet (17). Zowel op als naast het veld vullen de zussen elkaar goed aan. “We hopen zo lang mogelijk samen te spelen. In de eerste plaats bij Leuven, maar later mag het natuurlijk ook bij de nationale ploeg zijn”, klinkt het lachend in koor.

Loes en Mien Palfliet begonnen samen te hockeyen bij Hoegaarden. Op zeer prille leeftijd: Loes zette als 6-jarige haar eerste hockeystappen, de net één jaar jongere Mien was 5 jaar. “Het was eigenlijk dankzij een neef dat we met hockey in contact kwamen”, zeggen de zussen. “Hij maakte de overstap van ijshockey naar hockey. Op die manier ging ook bij ons de hockeybal aan het rollen.”

Vier jaar geleden maakten Loes en Mien Palfliet de overstap van naar Leuven. Loes kreeg als 15-jarige meteen haar kans bij de eerste ploeg, Mien ging aan de slag bij de meisjes U16. “Tot dusver was dat het enige seizoen dat we niet samen speelden”, zegt Mien. “Een jaar later maakte ik ook de overstap naar het eerste team. Het is ontzettend leuk om samen te hockeyen. We vullen elkaar goed aan.”

Intussen hebben de zussen uit Boutersem helemaal hun draai gevonden in Leuven. Loes is aan haar eerste jaar Kiné bezig aan de KU Leuven en ook Mien, die in het zesde middelbaar Latijn-Wiskunde volgt, is geïnteresseerd om volgend jaar die richting op te gaan.

Op sportief vlak zijn de zussen aan een zeer interessant jaar bij Leuven bezig. Het team promoveerde vorig seizoen uit Nationale 1 en knokt momenteel met een enorme jonge kern in de ION Hockey League. Loes, van 2004, en Mien, van 2005, zijn niet eens de jongste speelsters bij Leuven. Vijf meisjes, met daarbij de uitstekende doelvrouw Marie Gelders, zijn van het geboortejaar 2006. Dat het team na het eerste deel van de competitie, samen met Orée, Wellington en Daring, vooral naar onder moet kijken is dus geen verrassing.

We wisten uiteraard op voorhand dat het in de Eredivisie een moeilijk jaar ging worden”, zegt Loes. “We begonnen het seizoen eerder stroef, maar qua spel zijn we vervolgens wel gegroeid. Vooral tijdens de laatste matchen voor de winterstop lieten we zien tot wat we in staat zijn. Het is duidelijk dat we op het vlak van scoren een tandje moeten bijsteken. Op training lukt dat al, nu moet het er ook tijdens de matchen nog uitkomen.”

“Gelukkig kunnen we ook rekenen op de ervaring van onder meer Lieselotte Van Lindt, Ivanna Pessina en onze kapitein Lauren Vanhee”, vult Mien aan. “Zij dragen de ploeg en wij kijken naar die speelsters op. Onze coach voelt ons zeer goed aan en de sfeer binnen het team is uitmuntend.”

“We moeten in staat zijn om aan het einde van het seizoen twee teams onder ons te houden”, zegt Loes. “We leren elke week bij. Het is belangrijk dat deze groep met al die talenten samen blijft. In dat geval staan er ons binnen enkele jaren nog mooie momenten te wachten. Dan doen we mee met de beste teams.”

Bij Leuven spelen Loes en Mien zij aan zij op het middenveld. Hun individuele werkpunten zijn echter verschillend. “Ik kan vrij goed verdedigen, maar zou eigenlijk meer moeten aanvallen”, zegt Mien. “Ik moet dan weer op verdedigend vlak sterker worden”, aldus Loes. “En wat meer scoren zou ook leuk zijn. Op de laatste speeldag voor de winterstop stond ik op Antwerp voor het eerst in de spits en scoorde ik mijn eerste doelpunt van het seizoen. Dat deed deugd.”

Tegen Antwerp stonden de zussen Palfliet ook tegenover hun voorbeeld: Michelle Struijk. “Michelle heeft de gave om zowel op als naast het veld een groep mooi samen te houden”, zeggen de zussen. “En niet onbelangrijk: ze kan tijdens een wedstrijd het verschil maken. Dat zag je ook in de wedstrijd tegen ons, waar ze drie minuten voor het eindsignaal de winnende treffer lukte.”

Dromen van de nationale ploeg mogen de zussen Palfliet, die beide het Be Gold-project volgen, alleszins. Vorig jaar speelden Loes en Mien samen bij de nationale meisjes U18 en Loes zette zelfs haar eerste stappen bij de Red Panthers. Ze maakte al enkele trainingen mee en ging einde november met de Panthers ook op olympische stage naar Turkije. “Daar heb ik heel hard van genoten”, aldus Loes. “Het was ook interessant om in contact te komen met atleten van andere sporten. Trainen met de Panthers: tot voor kort leek me dat nog iets onmogelijk. Ik heb al veel bijgeleerd.”

“Op dat vlak is Loes nu mijn voorbeeld”, besluit Mien. “Ik hoop dat ik op termijn ook die stap kan zetten. Beide ooit samen bij de Red Panthers ? Dromen mag inderdaad.”

Werner Thys

- - -

Loes et Mien Palfliet, des jeunes au sommet chez les dames de Louvain : "Donnez à cette équipe quelques années de plus et nous serons en lice pour des prix."

Avec un noyau très jeune, l'entraîneur de Louvain, Ricardo Santana, tente de maintenir ses dames dans la ION Hockey League cette saison. L'Espagnol peut déjà compter sur Loes (18) et Mien Palfliet (17). Sur le terrain comme en dehors, les deux sœurs se complètent bien. "Nous espérons jouer ensemble le plus longtemps possible. Avant tout à Louvain, mais plus tard, on se verrait bien en équipe nationale", disent-elles en chœur en riant.

Loes et Mien Palfliet ont commencé à jouer au hockey ensemble à Hoegaarden. À un âge très précoce : Loes a fait ses premiers pas au hockey à l'âge de 6 ans, tandis que Mien, sa cadette d'un an, avait 5 ans. "C'est en fait grâce à un cousin que nous avons découvert le hockey", expliquent les sœurs. "Il est passé du hockey sur glace au hockey sur gazon. C'est ainsi que tout a commencé pour nous."

Il y a quatre ans, Loes et Mien Palfliet sont passés de Hoegaarden à Louvain. Loes, âgée de 15 ans, a immédiatement eu sa chance dans l'équipe première, Mien a rejoint les filles U16. "C'était, jusque là, la seule saison durant laquelle nous n'avons pas joué ensemble", dit Mien. "Un an plus tard, je suis également passée en équipe première. C'est incroyablement amusant de jouer au hockey ensemble. Nous nous complétons bien."

Entre-temps, les deux sœurs, originaires de Boutersem, ont bien trouvé leurs marques à Louvain. Loes est en première année de Kiné à la KU Leuven et Mien, qui est en sixième année latin-math, souhaite également s'orienter dans cette direction l'année prochaine.

Sur le plan sportif, les sœurs vivent une année très intéressante à Louvain. L'équipe a été promue de National 1 la saison dernière et se bat actuellement avec un noyau particulièrement jeune dans la ION Hockey League. Loes (née en 2004) et Mien (née en 2005) ne sont même pas les plus jeunes joueuses de Louvain. Cinq filles, dont la remarquable gardienne Marie Gelders, sont nées en 2006. Il n'est donc pas surprenant qu'après la première moitié du championnat, l'équipe, tout comme l'Orée, le Wellington et le Daring, doive regarder surtout vers le bas.

"Nous savions évidemment à l'avance que l'année allait être difficile en Division d'honneur", explique Loes. "Nous avons commencé la saison plutôt mollement, mais en termes de jeu, nous avons progressé par la suite. Surtout lors des derniers matchs avant la trêve hivernale, nous avons montré ce dont nous sommes capables. Il est clair que nous devons intensifier notre jeu et marquer davantage. Nous réussissons déjà pendant nos entraînements, maintenant nous devons le montrer pendant les matchs."

"Heureusement, nous pouvons compter sur l'expérience de Lieselotte Van Lindt, Ivanna Pessina et notre capitaine Lauren Vanhee, entre autres", ajoute Mien. Elles font avancer l'équipe et nous admirons ces joueuses. Notre entraîneur nous sent très bien et l'ambiance au sein de l'équipe est excellente."

"D'ici la fin de la saison, nous devrions être en mesure de maintenir deux équipes en dessous de nous", déclare Loes. "Nous apprenons chaque semaine. Il est important que ce groupe réunissant tous ces talents reste soudé. Si tel est le cas, de grands moments nous attendent dans quelques années. Nous nous mesurerons alors aux meilleures équipes."

À Louvain, Loes et Mien jouent côte à côte au poste de milieu de terrain. Cependant, leurs points de travail individuels sont différents. "Je suis une assez bonne défenseuse, mais je devrais en fait attaquer davantage", dit Mien. "Alors que moi," ajoute Loes, "je devrais me renforcer sur le plan défensif. Et marquer un peu plus, ce serait pas mal aussi. Lors du dernier match avant la trêve hivernale contre l'Antwerp, j'ai joué pour la première fois à l'avant en attaque et j'ai marqué mon premier but de la saison. Ça m'a fait du bien."

Contre l'Antwerp, les sœurs Palfliet ont affronté leur grand exemple, Michelle Struijk. "Michelle a le don de maintenir la cohésion d'un groupe de manière agréable, tant sur le terrain qu'en dehors", affirment les deux sœurs. "Et surtout, elle peut faire la différence pendant un match. On l'a vu lors du match contre nous, où elle a réussi à marquer le but de la victoire trois minutes avant le coup de sifflet final."

Les sœurs Palfliet, qui suivent toutes deux le projet Be Gold, peuvent certainement rêver de l'équipe nationale. L'année dernière, Loes et Mien ont joué ensemble lors de la compétition nationale des filles U18 et Loes a même fait ses premiers pas avec les Red Panthers. Elle a déjà suivi quelques séances d'entraînement et a également accompagné les Red Panthers en stage olympique en Turquie à la fin du mois de novembre. "J'ai adoré", dit Loes. "Et puis, rencontrer des athlètes d'autres sports était très intéressant. S'entraîner avec les Red Panthers, jusqu'à récemment, cela me semblait encore impossible. J'ai déjà beaucoup appris."

"À ce niveau, Loes est désormais mon modèle", conclut Mien. "J'espère qu'avec le temps, je pourrai moi aussi franchir cette étape. Les deux soeurs ensemble chez les Red Panthers ? On peut rêver, non?"