News detail

A well-deserved retirement for Nicolas Dumont

30/07/2025 – 07:00

Avec la retraite de Nicolas Dumont, c’est le dernier vestige des titres du Wat qui quitte le club. Le longiligne défenseur et international français a joué 15 saisons pour le club de la drève d’Argenteuil. Il y a tout connu : les play-offs, les titres, les (rares) déceptions et différentes générations. Surtout, il a joué sous les ordres de quatre des meilleurs entraîneurs de Belgique : Pascal Kina, Shane McLeod, Xavier De Greve et Jean Willems. Excusez du peu. Une tranche de vie exceptionnelle qu’il nous raconte.


« J’ai débuté au Pingouin (avec qui j’ai gagné la Coupe de Belgique). Je voulais changer de club à l’aube de la saison 2009-2010 et j’ai reçu plusieurs propositions, dont de très belles, notamment de Leuven et du Racing. Mais c’est vers le Wat que je me suis dirigé. C’était une belle progression. Il a fallu s’accrocher la première saison, car le niveau était très élevé. C’est un club qui a toujours eu une bonne image, avec une gestion saine, des groupes de joueurs relativement stables et une excellente synergie tout autour du club. Quand je suis arrivé, j’ai été “biberonné” par les anciens comme Ben Van Hove, Max Luycx, et j’en passe.


Durant toutes mes années au Wat, l’ambition a été la même chaque année : jouer les play-offs et viser le titre. J’ai été servi : nous avons remporté les lauriers lors de mes trois premières années. Le premier titre est inoubliable, avec le golden goal de Gauthier Boccard après une course d’un cercle à l’autre. C’est bien simple : en 15 saisons, nous avons joué 14 fois les PO. Cela en dit long sur le niveau d’exigence du club. Chaque année, j’avais le sentiment de jouer avec une bande d’amis : Boccard, Vincent Vanasch, John-John, etc. Nous n’étions jamais aussi bons que dos au mur. Et lorsque les joueurs formés au club – pas les internationaux, qui performent toujours à un niveau constant – élevaient leur niveau, il se passait souvent des choses mémorables. Comme lors de notre victoire en EHL, inattendue. Nous avions beaucoup de blessés, avons fait appel à des jeunes, et tout le monde a joué un hockey irréprochable. C’est souvent quand nous paraissions moins armés que nous réalisions nos meilleurs matchs.


Par analogie, cette année, alors que nous avions un noyau très compétitif, nous n’avons pas réussi à nous qualifier pour la finale. Contrairement aux deux années précédentes, où notre noyau était sans doute moins fort. C’est l’un de mes rares regrets: ne pas avoir remporté un dernier titre ces dernières saisons. »


Il a aussi connu – et analysé – l’évolution du hockey au fil de ces 15 années.

« J’ai traversé plusieurs générations. De l’un des plus jeunes, je suis devenu, ces dernières saisons, le doyen de l’effectif. C’est l’une des forces du hockey: côtoyer des profils très variés, avec un vrai mélange intergénérationnel. Je quitte un groupe où j’avais de nombreux amis, avec de jeunes joueurs très sympas et investis. J’ai aussi joué une saison en Australie, et je comptais d’ailleurs y terminer ma carrière, entre décembre 2025 et décembre 2026. Mais cela n’a pas été possible. Aujourd’hui, j’ai une vie de famille bien remplie, deux enfants, et des projets professionnels prenants. » « Le hockey s’est énormément professionnalisé en 15 ans. À mes débuts en DH, l’ambiance était encore festive. Il était possible de s’en sortir en jouant bien le dimanche, sans être un stakhanoviste de l’entraînement physique. Cette époque est révolue. D’année en année, le hockey est devenu plus rapide, le tempo des rencontres a considérablement augmenté. La dimension physique a pris une importance capitale. Il faut s’entraîner dur et régulièrement, faire attention à son alimentation, à son hygiène de vie. C’est la plus grande évolution que j’ai connue. Même si, à mon avis, il y a encore une marge de progression sur le plan physique. Et techniquement, les joueurs actuels sont meilleurs qu’à mes débuts. Il est quasiment impossible de prendre la balle à Tommy Willems ou Max Van Oost. Cela demande un investissement conséquent : s’entraîner au moins trois fois par semaine. Je me sentais capable de jouer encore une saison, mais avec un rythme d’entraînement allégé – ce qui n’est évidemment pas envisageable à ce niveau. J’ai donc décidé d’arrêter le hockey. Il faut bien se rendre compte de l’engagement que demande une équipe de DH. J’ai aussi besoin de faire un break et de me fixer de nouveaux objectifs sportifs. Je prépare, par exemple, un marathon pour le mois de décembre. »


Le hockey lui a apporté bien plus que des titres.

« Le hockey m’a énormément apporté sur le plan personnel, en termes de valeurs aussi : s’investir sur le long terme dans un projet collectif avec de hautes ambitions, se dépasser constamment. Cela m’aide aussi dans ma vie professionnelle. Le hockey m’a donné des clés précieuses pour mes projets entrepreneuriaux. Et je ne suis pas un cas isolé : c’est pareil pour d’autres joueurs de DH ou de l’équipe nationale. Quand on s’investit à 100 % dans son sport, on entre plus tard sur le marché du travail classique, mais avec un bagage unique : une grande exigence envers soi-même et envers les autres, des compétences en communication, en gestion de groupe...C’est une excellente école. De solides bases pour performer aussi dans la vie active. »


Damien Russel

+ + + 


Een welverdiend afscheid voor Nicolas Dumont


Met het afscheid van Nicolas Dumont verdwijnt het laatste overblijfsel van de titels van Wat uit de club. De slanke verdediger en Franse international speelde 15 seizoenen voor de club uit Argenteuil. Hij heeft alles meegemaakt: play-offs, titels, (zeldzame) teleurstellingen en verschillende generaties. Bovendien speelde hij onder vier van de beste coaches van België: Pascal Kina, Shane McLeod, Xavier De Greve en Jean Willems. Niet mis dus. Hij vertelt ons over een uitzonderlijk stukje van zijn leven.


"Ik ben begonnen bij Pingouin (waarmee ik de Belgische beker heb gewonnen). Aan het begin van het seizoen 2009-2010 wilde ik van club veranderen en ik kreeg verschillende aanbiedingen, waaronder een aantal zeer interessante, met name van Leuven en Racing. Maar ik heb uiteindelijk voor Waterloo Ducks gekozen. Het was een mooie stap vooruit. Het eerste seizoen moest ik me goed vastbijten, want het niveau lag erg hoog. Het is een club die altijd een goed imago heeft gehad, met een gezond management, relatief stabiele spelersgroepen en een uitstekende synergie rondom de club. Toen ik aankwam, werd ik ‘gevoed’ door oudgedienden als Ben Van Hove, Max Luycx en nog vele anderen.


Gedurende al mijn jaren bij Waterloo Ducks was mijn ambitie elk jaar hetzelfde: de play-offs spelen en de titel behalen. Ik heb mijn zin gekregen: we hebben de titel gewonnen tijdens mijn eerste drie jaar. De eerste titel is onvergetelijk, met het gouden doelpunt van Gauthier Boccard na een sprint van de ene cirkel naar de andere. Het is heel eenvoudig: in 15 seizoenen hebben we 14 keer de play-offs gespeeld. Dat zegt veel over het niveau van de club. Elk jaar had ik het gevoel dat ik met een groep vrienden speelde: Boccard, Vincent Vanasch, John-John, enz. We waren nooit zo goed als met de rug tegen de muur. En wanneer de spelers die bij de club waren opgeleid – niet de internationals, die altijd op een constant niveau presteren – hun niveau verhoogden, gebeurden er vaak memorabele dingen. Zoals bij onze onverwachte overwinning in de EHL. We hadden veel geblesseerden, hebben jonge spelers opgeroepen en iedereen speelde onberispelijk hockey. Vaak speelden we onze beste wedstrijden wanneer we het minst goed voorbereid leken.


In analogie daarmee zijn we dit jaar, terwijl we een zeer competitieve kern hadden, er niet in geslaagd ons voor de finale te kwalificeren. In tegenstelling tot de twee voorgaande jaren, toen onze kern ongetwijfeld minder sterk was. Dat is een van mijn weinige spijtpunten: dat we de afgelopen seizoenen geen laatste titel hebben behaald.


Hij heeft ook de ontwikkeling van hockey in de afgelopen 15 jaar meegemaakt en geanalyseerd.

"Ik heb verschillende generaties meegemaakt. Van een van de jongsten ben ik de afgelopen seizoenen de oudste speler van het team geworden. Dat is een van de sterke punten van hockey: je komt in contact met heel verschillende profielen, met een echte mix van generaties. Ik verlaat een groep waar ik veel vrienden had, met jonge spelers die erg aardig en betrokken zijn. Ik heb ook een seizoen in Australië gespeeld en was van plan om daar mijn carrière af te sluiten, tussen december 2025 en december 2026. Maar dat is niet gelukt. Vandaag heb ik een druk gezinsleven, twee kinderen en veeleisende professionele projecten." "Hockey is in vijftien jaar tijd enorm geprofessionaliseerd. Toen ik begon in de DH, was de sfeer nog feestelijk. Je kon het redden door op zondag goed te spelen, zonder een workaholic te zijn op het gebied van fysieke training. Die tijd is voorbij. Jaar na jaar is hockey sneller geworden, het tempo van de wedstrijden is aanzienlijk toegenomen. De fysieke dimensie is van cruciaal belang geworden. Je moet hard en regelmatig trainen, letten op je voeding en je levensstijl. Dat is de grootste verandering die ik heb meegemaakt. Hoewel ik denk dat er op fysiek vlak nog ruimte voor verbetering is. En technisch gezien zijn de spelers van nu beter dan toen ik begon. Het is bijna onmogelijk om de bal af te pakken van Tommy Willems of Max Van Oost. Dat vraagt een aanzienlijke investering: minstens drie keer per week trainen. Ik voelde me nog in staat om nog een seizoen te spelen, maar dan met een lichter trainingsschema – wat op dit niveau natuurlijk niet mogelijk is. Daarom heb ik besloten om te stoppen met hockey. Je moet je goed realiseren hoeveel inzet een DH-team vraagt. Ik heb ook behoefte aan een pauze en aan nieuwe sportieve doelen. Ik bereid me bijvoorbeeld voor op een marathon in december."


Hockey heeft hem veel meer gebracht dan alleen titels.

"Hockey heeft me persoonlijk enorm veel gebracht, ook op het vlak van waarden: je op lange termijn inzetten voor een collectief project met hoge ambities, jezelf voortdurend overtreffen. Dat helpt me ook in mijn professionele leven. Hockey heeft me waardevolle sleutels gegeven voor mijn ondernemersprojecten. En ik ben geen uitzondering: dat geldt ook voor andere spelers van DH of het nationale team. Als je je voor 100% inzet voor je sport, kom je later op de klassieke arbeidsmarkt terecht, maar met een unieke bagage: hoge eisen aan jezelf en aan anderen, communicatieve vaardigheden, groepsmanagement... Het is een uitstekende leerschool. Een solide basis om ook in het beroepsleven te presteren.


Partners

Top